Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen ging de koning David [34]in, en bleef voor het [35]aangezicht des HEEREN, en hij zeide: Wie ben ik, Heere HEERE, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt? 34. In de tent, die hij voor de ark des verbonds had doen maken; boven hfdst.6 vs.17. 35. Zie boven, hfdst.6 vs.14.